ID: 33737
Omschrijving
Een prachtige oude aquarel met een typische hollandse voorstelling r.o. voluit gesigneerd .
Deze oude aquarel is waarschijnlijk gemaakt door Grada Hermina Marius volgens kenners heb er zelf de kennis niet voor.
Marius was een dochter van de arts Christiaan Gerhard Frederik Marius (1810-1867) en Johanna Hofker (1817-1856). Na het overlijden van haar beide ouders, kwam ze in huis bij een oom en tante in Twello. Ze kreeg in die tijd teken- en schilderlessen op het atelier van Jan Striening in het nabijgelegen Deventer.[3] In 1881 vertrok ze naar Amsterdam, waar ze werd ingeschreven als dienstbode. Ze volgde de teken- en boetseerklassen en in het laatste jaar de schilderklas aan de Rijksacademie (1881-1883) onder August Allebé. Ze raakte bevriend met onder anderen Etha Fles, Anna Abrahams, Suze Robertson, Wally Moes en Jo Besier. In tegenstelling tot haar vriendinnen maakte ze geen studiereizen naar het buitenland, mogelijk vanwege haar zwakke gezondheid. In het in memoriam dat Wilhelm Martin na haar overlijden schreef, haalt hij Marius zelf aan die noteerde \"mijn gezondheid heeft mij in het schilderen en later in studie bijna aanhoudend gehinderd.Na haar opleiding vestigde ze zich in Den Haag. Marius schilderde, aquarelleerde en tekende aanvankelijk vooral figuurvoorstellingen, later meer bloemstillevens. Ze werd lid van de Pulchri Studio en nam deel aan diverse exposities, waaronder de door Arti et Amicitiae georganiseerde tentoonstelling van Levende Meesters in Amsterdam (1888). Marius gaf les aan onder anderen Willemien Testas en raadgevingen aan Ima van Eysinga.
Marius is niet getrouwd geweest. Ze vormde vanaf 1895 een huishouden met haar broer, schoonzus en nichtje. Na het vertrek van haar broer naar Amerika in 1896 (waar hij in 1903 overleed), bleef ze het huis met diens gezin delen. Zij was daarbij waarschijnlijk de kostwinner. Ze bezocht geregeld ateliers en had contacten met kunstenaars, kunsthandelaren en museumdirecties. Schilders als Jan Toorop, Hendrik Haverman en Willem Bastiaan Tholen kwamen bij haar over de vloer.
Deze oude aquarel is waarschijnlijk gemaakt door Grada Hermina Marius volgens kenners heb er zelf de kennis niet voor.
Marius was een dochter van de arts Christiaan Gerhard Frederik Marius (1810-1867) en Johanna Hofker (1817-1856). Na het overlijden van haar beide ouders, kwam ze in huis bij een oom en tante in Twello. Ze kreeg in die tijd teken- en schilderlessen op het atelier van Jan Striening in het nabijgelegen Deventer.[3] In 1881 vertrok ze naar Amsterdam, waar ze werd ingeschreven als dienstbode. Ze volgde de teken- en boetseerklassen en in het laatste jaar de schilderklas aan de Rijksacademie (1881-1883) onder August Allebé. Ze raakte bevriend met onder anderen Etha Fles, Anna Abrahams, Suze Robertson, Wally Moes en Jo Besier. In tegenstelling tot haar vriendinnen maakte ze geen studiereizen naar het buitenland, mogelijk vanwege haar zwakke gezondheid. In het in memoriam dat Wilhelm Martin na haar overlijden schreef, haalt hij Marius zelf aan die noteerde \"mijn gezondheid heeft mij in het schilderen en later in studie bijna aanhoudend gehinderd.Na haar opleiding vestigde ze zich in Den Haag. Marius schilderde, aquarelleerde en tekende aanvankelijk vooral figuurvoorstellingen, later meer bloemstillevens. Ze werd lid van de Pulchri Studio en nam deel aan diverse exposities, waaronder de door Arti et Amicitiae georganiseerde tentoonstelling van Levende Meesters in Amsterdam (1888). Marius gaf les aan onder anderen Willemien Testas en raadgevingen aan Ima van Eysinga.
Marius is niet getrouwd geweest. Ze vormde vanaf 1895 een huishouden met haar broer, schoonzus en nichtje. Na het vertrek van haar broer naar Amerika in 1896 (waar hij in 1903 overleed), bleef ze het huis met diens gezin delen. Zij was daarbij waarschijnlijk de kostwinner. Ze bezocht geregeld ateliers en had contacten met kunstenaars, kunsthandelaren en museumdirecties. Schilders als Jan Toorop, Hendrik Haverman en Willem Bastiaan Tholen kwamen bij haar over de vloer.